‘Ik hou van mijn werk.’ Met een grote glimlach vertelt Muhiyadin Mohamed (1977) uit ’s-Hertogenbosch over zijn baan bij De Schoonmaak Coöperatie. Ruim vier jaar geleden ging hij als schoonmaker aan de slag bij het sociaal ontwikkelbedrijf. Sindsdien neemt hij met zijn collega’s onder meer alle portieken en trappenhuizen in hoogbouwwijk De Bokkelaren onder handen en is hij regelmatig te vinden in een gymzaal aan de Hambakendreef.
Muhiyadin schenkt gastvrij koffie in het kantoor van de wijkbeheerder bij een van de flats aan De Bokkelaren. ‘Ik werk 37 uur per week bij De Schoonmaak Coöperatie’, vertelt de in de Somalische hoofdstad Mogadishu opgegroeide schoonmaker. ‘Elke dag begint met het kijken op het werkrooster. Daarop zie ik of we in de flats een grote of een kleine beurt doen. Bij een grote beurt nemen we echt alles onder handen. Dan zie je ons flink schrobben, dweilen en stofzuigen.’
Saamhorige collega’s
Een kleine schoonmaakbeurt is minder omvattend. ‘Dan beperken we ons tot vegen, poetsen en vlekken verwijderen’, legt Muhiyadin uit. Zijn werkweek brengt hij niet alleen door in de zes flats in De Bokkelaren. In enkele flats aan de Hoge Slagen, even verderop in de stad, maakt hij de gangen die toegang bieden tot alle bergingen schoon. ‘Het werk in de gymzaal van een school aan de Hambakendreef bestaat vooral uit stofzuigen en dweilen. Ik maak ook alle kleedkamers en toiletten schoon en reinig alle tegenwanden.’
Muhiyadin heeft het naar zijn zin bij De Schoonmaak Coöperatie. ‘Ik heb een hele leuke baan’, klinkt het enthousiast. ‘Werken is sowieso fijn. En als je zoveel vriendelijke en saamhorige collega’s hebt, is het elke dag een feest om naar je werk te gaan.’
Schoonmaakmachines
Voordat Muhiyadin aan de slag kon bij het sociaal ontwikkelbedrijf, volgde hij een basiscursus schoonmaken bij Weener XL en doorliep hij enkele schoonmaaktrainingen op een brede school. ‘Daarna heb ik mezelf verder ontwikkeld’, zegt hij trots. ‘Ik mag nu bijvoorbeeld met allerlei schoonmaakmachines werken.’ Lachend: ‘Als je gewend bent om grote hijskranen te bedienen, valt dat trouwens best mee hoor.’
Het brengt Muhiyadin even terug naar zijn moederland Somalië, dat hij met vrouw en kinderen heeft ontvlucht. ‘Ik werkte in de haven van Mogadishu, waar ik met de hijskraan containers en auto’s moest laden en lossen’, vertelt hij weemoedig. ‘In Nederland mag ik niet werken als kraanmachinist omdat ik niet de juiste diploma’s heb. Gelukkig bevalt het schoonmaakwerk me ook prima.’
Ook aandacht voor taalontwikkeling
Muhiyadin geniet van de contacten met flatbewoners, die hij als schoonmaker elke dag heeft. ‘Veel mensen zijn blij als ik met mijn collega’s langskom en alle portieken en trappenhuizen schoonmaak. Het is fijn om zo af en toe eens een praatje te maken.’
Het bewonerscontact helpt Muhiyadin bovendien de Nederlandse taal beter te begrijpen. ‘Ik heb natuurlijk een taalcursus gevolgd, maar vind Nederlands nog steeds best moeilijk’, lacht hij. ‘Gelukkig krijg ik hulp van mijn kinderen die in de stad naar school gaan. Na het avondeten gaan we gezellig samen lezen en schrijven.’